uitgeteld - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: uit-ge-teld
1. aan het eind van je krachten, heel erg moe
♢ uitgeteld lag ik na die lange wandeling op de bank
2. wie alle moed verloren heeft
♢ ik ben uitgeteld en heb geen hoop meer
3. neergeslagen en niet binnen tien tellen weer opgestaan
♢ de bokser lag uitgeteld in de ring
Bijvoeglijk naamwoord: uit-ge-teld
de/het uitgetelde ...
Synoniemen
afgepeigerd, bekaf, doodmoe, doodop, gaar, kapot, leeg, lens, uitgeput, verslagen
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk