eind

betekenis & definitie

eind - zelfstandig naamwoord

1. het laatste gedeelte van iets
♢ aan het eind van de film komt alles goed
1. hij maakt een eind aan het gesprek
[hij beëindigt het]
2. hij maakt er een eind aan
[hij pleegt zelfmoord]
3. dat is het einde!
[dat is enig, geweldig leuk!]
4. tot het bittere eind
[langdurig volhouden tot het afgelopen is]
5. ik ben ten einde raad
[wanhopig]
6. het eind is zoek
[het is niet meer te overzien]
7. hij is aan het eind van zijn Latijn
[hij is doodmoe]
8. het eind van het liedje was ...
[het draaide erop uit dat ...]
9. je hebt het bij het verkeerde eind
[je hebt ongelijk]
2. bepaalde afstand of lengte
♢ de hond liep een eindje met me mee
1. ze is een eind heen
[erg in de war of ziek]

Zelfstandig naamwoord: eind
het eind
de einden
het eindje

Synoniemen
einde, end, slot, stuk

Tegenstellingen
aanvang, begin, start