twaalfjarige - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: twaalf-ja-ri-ge
1. iemand van twaalf jaar oud
♢ Pim had zijn twaalfjarige dochter meegenomen
2. wat twaalf jaar duurt
♢ er is destijds een twaalfjarig bestand geweest tussen de oorlogvoerende landen
Bijvoeglijk naamwoord: twaalf-ja-ri-ge
Gepubliceerd op 14-11-2017
twaalfjarige
betekenis & definitie