troonzetel - zelfstandig naamwoord
uitspraak: troon-ze-tel
1. zetel van een troon
♢ de koningin stond op van haar troonzetel
Zelfstandig naamwoord: troon-ze-tel
de troonzetel
de troonzetels
Gepubliceerd op 14-11-2017
troonzetel
betekenis & definitie