Wat is de betekenis van troonzetel?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

troonzetel

troonzetel - Zelfstandignaamwoord 1. de zetels van de troon. Tijdens de troonswisseling stonden er in de Nieuwe Kerk twee troonzetels. Woordherkomst samenstelling van troon en zetel

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

troonzetel

troonzetel - zelfstandig naamwoord uitspraak: troon-ze-tel 1. zetel van een troon ♢ de koningin stond op van haar troonzetel Zelfstandig naamwoord: troon-ze-tel de troonzetel de troonzet...

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Troonzetel

m. (-s), zetel van een troon, zetel waarop een vorst troont.