toppunt - zelfstandig naamwoord
uitspraak: top-punt
1. het uiterste, waarna niets meer volgt
♢ het toppunt was wel dat hij zijn gasten begon uit te schelden
1. dat is het toppunt!
[dat is te gek, de maat is vol!]
2. het toppunt van ellende
[de ergste ellende]
Zelfstandig naamwoord: top-punt
het toppunt
Gepubliceerd op 14-11-2017
toppunt
betekenis & definitie