tolk - zelfstandig naamwoord
1. iemand die de ene taal omzet in een andere taal
♢ de dokter had een tolk nodig om de buitenlander te begrijpen
2. woordvoerder voor een of meer anderen
♢ ik treed op als tolk voor onze groep
Zelfstandig naamwoord: tolk
de tolk
de tolken
Synoniemen
vertaler
Gepubliceerd op 14-11-2017
tolk
betekenis & definitie