tint - zelfstandig naamwoord
1. zwart, wit, geel, rood, blauw of een mengsel daarvan
♢ haar gezicht heeft een gelige tint
1. een feestelijk tintje aan iets geven
[het een beetje feestelijk maken]
2. een gedekte tint
[die rustig is voor de ogen]
2. soort denkbeelden
♢ haar ideeën hebben een religieus tintje
Zelfstandig naamwoord: tint
de tint
de tinten
het tintje
Synoniemen
kleur
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk