Wat is de betekenis van tint?

2025-07-14
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-14
Prisma Fries Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-14
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-14
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tint

tint - Zelfstandignaamwoord 1. variatie van een kleur die ontstaat door die lichter of donkerder te maken 2. mate waarin een beeld een lichte of juist donker indruk maakt 3. (figuurlijk) heel geringe indruk, lichte graad 4. kleur van het uiterlijk 5. variatie van een kleur die ontstaat door verschil in golflengte (bij beschrijving...

2025-07-14
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

tint

tint - zelfstandig naamwoord 1. zwart, wit, geel, rood, blauw of een mengsel daarvan ♢ haar gezicht heeft een gelige tint 1. een feestelijk tintje aan iets geven [het een beetje feestelijk maken] ...

2025-07-14
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

tint

De tint is het karakter van een verzadigde kleur, de mate waarin meer of minder van een andere kleur (uitgezonderd zwart en wit) is toegevoegd; vgl. met toon (1).

2025-07-14
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

tint

tint - Wordt gebruikt voor de kleurvariatie die wordt geproduceerd door veranderingen in intensiteit of waarde.

2025-07-14
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

tint

kleur, kleurskakering, getint, kleur, skakeer.

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-14
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Tint

s., kleur, skyn; een blauwachtige roodachtige — hebben, út ’en blauwens readens skine.