theater - zelfstandig naamwoord
uitspraak: the-a-ter
1. spel waarbij mensen voor een publiek een verhaal uitbeelden
♢ dat optreden van hem was een en al theater
2. gebouw waarin toneelstukken e.d. worden opgevoerd
♢ we gaan drie keer per jaar naar het theater
Zelfstandig naamwoord: the-a-ter
het theater
de theaters
het theatertje
Synoniemen
schouwburg, toneel
Gepubliceerd op 14-11-2017
theater
betekenis & definitie