optreden - onregelmatig werkwoord, zelfstandig naamwoord
uitspraak: op-tre-den
1. een uitvoering geven
♢ de zanger heeft hier gisteren opgetreden
2. er iets tegen doen
♢ we moeten optreden tegen dat lawaai
3. vanzelf gebeuren
♢ er treedt een daling van temperatuur op
1. het geven van een uitvoering of verzorgen van een voorstelling
♢ er zijn verschillende optredens van dit stuk in Amsterdam
2. de manier waarop iemand iets aanpakt
♢ zijn optreden in deze zaak is nogal onverstandig
Onregelmatig werkwoord: op-tre-den
ik treed op (... ik optreed)
jij/u treedt op (... jij optreedt)
hij/zij treedt op (... hij optreedt)
wij/zij/jullie treden op (... wij optreden)
ik/jij/u/hij/zij trad op (... ik optrad)
wij/zij/jullie traden op (... wij optraden)
hij heeft opgetreden
de/het/een opgetreden ....
optredend, optredende
Zelfstandig naamwoord: op-tre-den
het optreden
de optredens
Synoniemen
ingrijpen
Gepubliceerd op 30-11-2017
optreden
betekenis & definitie