terugvoeren

betekenis & definitie

terugvoeren - regelmatig werkwoord
uitspraak: te-rug-voe-ren

1. zeggen dat het daardoor komt
♢ zijn succes is terug te voeren op een groot talent
2. naar een vroegere tijd verplaatsen
♢ met elke voetstap word je hier teruggevoerd naar de middeleeuwen
3. weer brengen naar de oorspronkelijke plaats
♢ de dieren worden 's avonds teruggevoerd naar de stal

Regelmatig werkwoord: te-rug-voe-ren
ik voer terug (... ik terugvoer)
jij/u voert terug (... jij terugvoert)
hij/zij voert terug (... hij terugvoert)
wij/zij/jullie voeren terug (... wij terugvoeren)
ik/jij/u/hij/zij voerde terug (... ik terugvoerde)
wij/zij/jullie voerden terug (... wij terugvoerden)
hij heeft teruggevoerd
de/het/een teruggevoerde ....

Synoniemen
herleiden, toeschrijven, wijten