Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

terug

betekenis & definitie

terug - bijwoord
uitspraak: te-rug

1. wisselgeld retour
♢ heeft u terug van 100 euro?
2. naar achteren in de tijd
♢ een tijdje terug heeft hij me geld geleend
3. in de richting van de achterkant
♢ u moet twee stappen terug doen
1. niet meer terug kunnen
[een eenmaal gedane belofte niet meer kunnen intrekken]
4. naar het beginpunt, het punt van uitgang
♢ we moeten terug, het wordt donker
1. terug naar (bij) af
[opnieuw moeten beginnen]
5. weergekeerd zijn
♢ vader is gelukkig weer terug
1. terug van weggeweest
[uitdrukking als je een lange periode weg was]
2. terug naar de natuur
[naar een meer primitieve leefwijze]
6. als reactie
♢ zijn ogen keken brutaal terug
1. ergens niet van terug hebben
[er niet op weten te antwoorden]
7. weer bij de eigenaar
♢ ik moet dat boek wel terug hebben
1. hebt u terug van dit biljet?
[hebt u voldoende wisselgeld?]

Bijwoord: te-rug

Synoniemen
achteruit, achterwaarts, geleden, her, retro

Tegenstellingen
vooruit, voorwaarts

< >