Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

teren

betekenis & definitie

teren - regelmatig werkwoord
uitspraak: te-ren

1. er zwarte, kleverige verf op smeren
♢ de boer heeft de boot geteerd
2. gebruiken om van te leven
♢ op een boterham kan ik niet teren!

Regelmatig werkwoord: te-ren
ik teer
jij/u teert
hij/zij teert
wij/zij/jullie teren
ik/jij/u/hij/zij teerde
wij/zij/jullie teerden
hij heeft geteerd
de/het/een geteerde ....
terend, terende