teren - regelmatig werkwoord
uitspraak: te-ren
1. er zwarte, kleverige verf op smeren
♢ de boer heeft de boot geteerd
2. gebruiken om van te leven
♢ op een boterham kan ik niet teren!
Regelmatig werkwoord: te-ren
ik teer
jij/u teert
hij/zij teert
wij/zij/jullie teren
ik/jij/u/hij/zij teerde
wij/zij/jullie teerden
hij heeft geteerd
de/het/een geteerde ....
terend, terende
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk