teisteren - regelmatig werkwoord
uitspraak: teis-te-ren
1. veel schade of last veroorzaken
♢ de storm teisterde de kust
Regelmatig werkwoord: teis-te-ren
ik teister
jij/u teistert
hij/zij teistert
wij/zij/jullie teisteren
ik/jij/u/hij/zij teisterde
wij/zij/jullie teisterden
hij heeft geteisterd
de/het/een geteisterde ....
teisterend, teisterende
Gepubliceerd op 14-11-2017
teisteren
betekenis & definitie