taxeren - regelmatig werkwoord
uitspraak: tak-se-ren
1. zeggen wat het ongeveer is
♢ hij taxeerde de waarde op 10 euro
Regelmatig werkwoord: tak-se-ren
ik taxeer
jij/u taxeert
hij/zij taxeert
wij/zij/jullie taxeren
ik/jij/u/hij/zij taxeerde
wij/zij/jullie taxeerden
hij heeft getaxeerd
de/het/een getaxeerde ....
taxerend, taxerende
Synoniemen
ramen, schatten
Tegenstellingen
calculeren
Gepubliceerd op 14-11-2017
taxeren
betekenis & definitie