tang - zelfstandig naamwoord
1. gereedschap van twee scharnierende delen waarmee je iets kunt pakken
♢ met een tang trok ik de spijker uit het hout
1. dat slaat als een tang op een varken
[dat slaat nergens op]
2. hem in de tang nemen
[te pakken nemen, vastzetten]
Algemene uitdrukkingen:
1. een oude tang
[boosaardige, oude vrouw]
Zelfstandig naamwoord: tang
de tang
de tangen
het tangetje
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk