Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

surfen

betekenis & definitie

surfen - regelmatig werkwoord
uitspraak: sur-fen

1. je staande op een plank voortbewegen op de golven
hij surfte naar de overkant van het meer
2. zoeken op het internet
zij zit de hele avond al te surfen op haar computer

Regelmatig werkwoord: sur-fen
ik surf
jij/u surft
hij/zij surft
wij/zij/jullie surfen
ik/jij/u/hij/zij surfte
wij/zij/jullie surften
hij heeft gesurft
de/het/een gesurfte ....
surfend, surfende

< >