struik - zelfstandig naamwoord
1. grote plant die zich vanaf de grond vertakt
♢ we hebben een bessenstruik in de tuin
2. krop bladgroente
♢ hier heb je een struik andijvie
Zelfstandig naamwoord: struik
de struik
de struiken
het struikje
Synoniemen
heester
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk