Wat is de betekenis van struik?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

struik

struik - Zelfstandignaamwoord 1. (plantkunde) een houtige plant zonder stam die zich onmiddellijk boven of reeds in de grond vertakt in een aantal takken die meer of minder dik kunnen worden Hij verdween in de struiken. struik - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoo...

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

struik

struik - zelfstandig naamwoord 1. grote plant die zich vanaf de grond vertakt ♢ we hebben een bessenstruik in de tuin 2. krop bladgroente ♢ hier heb je een struik andijvie Zelfstandig naamwoord...

2024-03-29
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

struik

struik - Lage, houtachtige, overblijvende planten gekenmerkt door verschillende vertakkingen dicht bij de wortel en afwezigheid van opvallende stammen; wordt doorgaans alleen gebruikt voor planten die minder dan zes meter hoog zijn.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Struik

of heester, een houtige plant die zich in tegenstelling tot een boom reeds dadelijk boven de grond vertakt. Bij de halfheesters, b.v. lavendel en tijm, blijven de bovenste delen kruidachtig en sterven in het najaar vaak af.