strijden - onregelmatig werkwoord
uitspraak: strij-den
1. elkaar aanpakken met vuisten, wapens, of andere middelen
♢ deze twee bevolkingsgroepen strijden al jaren tegen elkaar
1. voor de titel strijden
[een wedstrijd spelen om kampioen te worden]
Onregelmatig werkwoord: strij-den
ik strijd
jij/u strijdt
hij/zij strijdt
wij/zij/jullie strijden
ik/jij/u/hij/zij streed
wij/zij/jullie streden
hij heeft gestreden
strijdend, strijdende
Synoniemen
kampen, knokken, matten, vechten
Tegenstellingen
capituleren, overgeven
Gepubliceerd op 14-11-2017
strijden
betekenis & definitie