stoom - zelfstandig naamwoord
1. hete damp van kokend water
♢ het water kookt: er komt stoom af
1. stoom afblazen
[afreageren, zeggen wat je voelt]
2. onder stoom liggen
[zich goed ontwikkelen]
3. de stoom is van de ketel
[de moeilijke periode is voorbij]
Zelfstandig naamwoord: stoom
de stoom
Synoniemen
condens
Gepubliceerd op 14-11-2017
stoom
betekenis & definitie