stoeien - regelmatig werkwoord
uitspraak: stoei-en
1. voor de grap met elkaar vechten
♢ na het eten stoeit Fabian altijd een beetje met zijn kinderen
Regelmatig werkwoord: stoei-en
ik stoei
jij/u stoeit
hij/zij stoeit
wij/zij/jullie stoeien
ik/jij/u/hij/zij stoeide
wij/zij/jullie stoeiden
hij heeft gestoeid
stoeiend, stoeiende
Synoniemen
ravotten
Gepubliceerd op 14-11-2017
stoeien
betekenis & definitie