spoelen - regelmatig werkwoord
uitspraak: spoe-len
1. schoonmaken door het in water heen en weer te bewegen
♢ hij spoelde de glazen schoon
2. door middel van stromend water weghalen
♢ hij spoelde het zeep uit zijn haren
Regelmatig werkwoord: spoe-len
ik spoel
jij/u spoelt
hij/zij spoelt
wij/zij/jullie spoelen
ik/jij/u/hij/zij spoelde
wij/zij/jullie spoelden
hij heeft gespoeld
de/het/een gespoelde ....
Synoniemen
uitspoelen
Gepubliceerd op 14-11-2017
spoelen
betekenis & definitie