Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

smerig

betekenis & definitie

smerig - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: sme-rig

1. met stof of modder of iets anders besmeurd
♢ hij droeg een smerig truitje
2. in strijd met de goede zeden
♢ hij had weer een smerig verhaal te vertellen
3. slecht, regenachtig
♢ het is smerig weer buiten

Bijvoeglijk naamwoord: sme-rig
... is smeriger dan ...
het smerigst
de/het smerige ...
iets smerigs

Synoniemen
goor, obsceen, schunnig, vies, vuil

Tegenstellingen
clean, fris, helder, proper, rein, schoon