smerig
smerig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: sme-rig 1. met stof of modder of iets anders besmeurd ♢ hij droeg een smerig truitje 2. in strijd met de goede zeden ♢ hij had weer een smerig verhaal t...
Muiswerk Educatief (2017)
smerig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: sme-rig 1. met stof of modder of iets anders besmeurd ♢ hij droeg een smerig truitje 2. in strijd met de goede zeden ♢ hij had weer een smerig verhaal t...
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, -st), 1. vettig, olieachtig: smerig eten, een smerige pot, met veel vet er in : 2. (gew.) smijdig, smedig: smerige soep, goed doorkookt, gebonden; 3. (veroud. en gew.) voordelig : een smerig baantje ; 4. met vuil bemorst; vuil, morsig : smerige hanaen, schoenen; een smerig gezicht; — (overdr.) wat vuil maakt: een smerig werk...
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (vuil): smerige schoenen, smerige handen, smerige straten; er smerig uitzien; fig. die smerige affaire met de politie, schandelijk; smerige taal, onzedelijk; smerige woorden, vies; iem. smerig behandelen, gemeen; smerig weer.
Jozef Verschueren (1930)
('sme:rəch) bn. en bw. (-er, -st) 1. Veroud. met veel smeer, vet : eten. 2. Veroud. voordelig : een baantje. 3. met smeer, vet, vuil bemorst : een gezicht; -e handen, schoenen; er uitzien. 4, regenachtig, vuil: weer. 5. oneerlijk : een zaakje. 6. onzedelijk : -e taal. 7. gemeen ; -e woorden; handelen.
J.H. van Dale (1898)
SMERIG - bn. bw. (-er, -st), vettig, olieachtig; met vet, met vuil bemorst; vuil, morsig : smerige handen, schoenen; een smerig gezicht; smerig werk; — (fig.) voordeelig: een smerig baantje; — oneerlijk: eene smerige zaak; — vuilaardig, gemeen : smerige taal uitslaan; — (gew.) smijdig, smedig: smerige soep, goed doorkookt...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: