slang - zelfstandig naamwoord
uitspraak: sleng
1. karakteristieke, soms platte taal van een bepaalde sociale groep
♢ 'ballen' is slang voor 'vrijen'
1. lang dier dat zich kronkelend voortbeweegt
♢ de giftige slang is uit het hok ontsnapt
1. als door een slang gebeten
[plotseling geërgerd zijn]
2. smalle, holle, buigzame buis
♢ we gebruiken een tuinslang om te sproeien
Zelfstandig naamwoord: sleng
de slang
Zelfstandig naamwoord: slang
de slang
de slangen
het slangetje
Gepubliceerd op 30-11-2017
slang
betekenis & definitie