slaap - zelfstandig naamwoord
1. toestand waarin je niets merkt van je omgeving
♢ hij viel in een diepe slaap
1. ik heb slaap
[zin om te gaan slapen]
2. hij kon de slaap niet vatten
[kon niet in slaap komen]
2. elk van de twee zijvlakken tussen je ogen en je oren
♢ ik word al grijs bij de slapen
Zelfstandig naamwoord: slaap
de slaap
het slaapje
Synoniemen
nachtrust
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk