Synoniem van slaap

slaap - toestand van rust van de zintuigen en van het bewustzijn, 's Nachts krijg je nachtrust. Door psychische middelen wordt een hypnose teweeggebracht. Een hazeslaap is een zeer lichte slaap, maar het woord kan ook een voorgewende slaap aanduiden. In scherts wordt de uitdrukking slaap der rechtvaardigen gebruikt als men een vaste slaap bedoelt: 'de slaap der rechtvaardigen slapen'. Licht en kort is de sluimer, sluimering, dommel, soes of halfslaap.

slaap - zelfstandig naamwoord

1. toestand waarin je niets merkt van je omgeving
♢ hij viel in een diepe slaap
1. ik heb slaap
[zin om te gaan slapen]
2. hij kon de slaap niet vatten
[kon niet in slaap komen]
2. elk van de twee zijvlakken tussen je ogen en je oren
♢ ik word al grijs bij de slapen

Zelfstandig naamwoord: slaap
de slaap
het slaapje

Synoniemen
nachtrust