schouder - zelfstandig naamwoord
uitspraak: schou-der
1. deel van je lichaam tussen hals en armen
♢ zij had een brede sjaal over haar schouders
1. je schouders eronder zetten
[heel hard gaan werken]
2. een schouderklopje geven
[een compliment]
3. brede schouders hebben
[veel kunnen verdragen]
4. je schouders ophalen
[laten zien dat het je niet kan schelen]
5. een schouder om op uit te huilen
[iemand die naar je problemen luistert]
6. er met kop en schouders bovenuit steken
[veel beter zijn]
7. schouder aan schouder staan
[samen strijden]
8. het zijn sterke schouders die de weelde kunnen dragen
[rijkdom bederft je karakter]
Zelfstandig naamwoord: schou-der
de schouder
de schouders
het schoudertje
Gepubliceerd op 14-11-2017
schouder
betekenis & definitie