schoep - zelfstandig naamwoord
1. schuin blad op de omtrek van een rad
♢ er zijn dertig schoepen op het rad bevestigd
2. blad van de schroef van een schip
♢ de schoep van de boot had een rots geraakt
Zelfstandig naamwoord: schoep
de schoep
de schoepen
het schoepje
Gepubliceerd op 14-11-2017
schoep
betekenis & definitie