Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

schemeren

betekenis & definitie

schemeren - regelmatig werkwoord
uitspraak: sche-me-ren

1. een beetje donker zijn
we gaan naar binnen want het begint te schemeren
2. vaag te zien zijn
♢ er schemert iets wits tussen de bomen
3. in het bijna donker zitten
♢ we zaten gezellig nog een poosje te schemeren
1. het begint te schemeren bij hem
[hij begint het te snappen]

Regelmatig werkwoord: sche-me-ren
ik schemer
jij/u schemert
hij/zij schemert
wij/zij/jullie schemeren
ik/jij/u/hij/zij schemerde
wij/zij/jullie schemerden
hij heeft geschemerd
schemerend, schemerende

< >