donker - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: don-ker
1. als er weinig licht is
♢ ben je thuis voor het donker wordt?
2. dichter bij zwart dan bij wit
♢ deze kleur blauw is veel donkerder dan die andere
1. een donkere bladzijde
[een periode waar je liever niet aan herinnerd wordt]
2. door een donkere bril kijken
[pessimistisch zijn]
3. donkere wolken pakken zich samen
[er dreigt onheil, ongeluk]
3. laag en zwaar
♢ ze heeft een warme, donkere stem
Bijvoeglijk naamwoord: don-ker
... is donkerder dan ...
het donkerst
de/het donkere ...
iets donkers
Synoniemen
duister
Tegenstellingen
licht
Gepubliceerd op 14-11-2017
donker
betekenis & definitie