Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

samenleven

betekenis & definitie

samenleven - regelmatig werkwoord
uitspraak: sa-men-le-ven

1. met een partner in hetzelfde huis wonen
u hebt vier jaar met haar samengeleefd

Regelmatig werkwoord: sa-men-le-ven
ik leef samen (... ik samenleef)
jij/u leeft samen (... jij samenleeft)
hij/zij leeft samen (... hij samenleeft)
wij/zij/jullie leven samen (... wij samenleven)
ik/jij/u/hij/zij leefde samen (... ik samenleefde)
wij/zij/jullie leefden samen (... wij samenleefden)
hij hebben samengeleefd
samenlevend, samenlevende

Synoniemen
samenwonen