samenhangen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: sa-men-han-gen
1. ermee te maken hebben, ermee in verband staan
♢ het rookverbod hangt samen met het brandgevaar in de school
Onregelmatig werkwoord: sa-men-han-gen
het hangt samen (... het samenhangt)
zij hangen samen (... zij samenhangen)
het hing samen (... het samenhing)
zij hingen samen (... zij samenhingen)
het heeft samengehangen
samenhangend, samenhangende
Synoniemen
relateren
Gepubliceerd op 14-11-2017
samenhangen
betekenis & definitie