Wat is de betekenis van samenhangen?

2023-10-02
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

samenhangen

samenhangen - onregelmatig werkwoord uitspraak: sa-men-han-gen 1. ermee te maken hebben, ermee in verband staan ♢ het rookverbod hangt samen met het brandgevaar in de school Onregelmatig werkwoord: sa-men-han-gen het...

2023-10-02
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Samenhangen

v., gearhingje.

Direct toegang tot alle 7 resultaten over samenhangen?

Word nu vriend van Ensie
2023-10-02
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Samenhangen

(hing samen, heeft samengehangen), 1. aaneenhangen, tot een geheel verbonden zijn, zowel van verschillende voorwerpen als van de delen onderling van één zaak of van een stof: vloeistoffen hangen niet sterk samen; 2. een logisch geheel vormen; 3. in verband tot elkaar staan : deze zaken hangen nauw samen ; dat hangt...

2023-10-02
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

samenhangen

dat hangt samen met; België: samenhangende misdrijven, tegelijkertijd gepleegd door verschillende personen samen of na afspraak op verschillende tijden.

2023-10-02
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

samenhangen

('sa:mən) (hing samen, heeft samengehangen) 1. verbonden, verenigd zijn. 2. in nauw verband staan.

2023-10-02
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Samenhangen

(hing samen, heeft samengehangen), 1. aaneenhangen, tot een geheel verbonden zijn: vloeistoffen hangen niet sterk samen; 2. in verband tot elkaar staan: deze zaken hangen nauw samen.

2023-10-02
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Samenhangen

Samenhangen - (hing samen, heeft samengehangen), verbonden zijn aan, vereenigd zijn met, zoowel van verschillende voorwerpen als van de deelen onderling van één voorwerp: vloeistoffen hangen niet sterk samen; (fig.) in nauw verband tot elkander staan: deze zaken hangen nauw samen; hoe kan dat met zijne belofte samenhangen ?.