rommelen - regelmatig werkwoord
uitspraak: rom-me-len
1. een dof, rollend geluid maken
♢ mijn maag rommelt, ik heb honger
2. erin zoeken, het overhoop halen
♢ zij heeft weer in mijn kast gerommeld
3. allerlei kleine dingen doen
♢ ik heb gisteren lekker lopen rommelen
Regelmatig werkwoord: rom-me-len
ik rommel
jij/u rommelt
hij/zij rommelt
wij/zij/jullie rommelen
ik/jij/u/hij/zij rommelde
wij/zij/jullie rommelden
hij heeft gerommeld
rommelend, rommelende
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk