reuk - zelfstandig naamwoord
1. wat je ruikt
♢ de speurhond ging op de reuk van die zakdoek af
2. vermogen om geuren waar te nemen, om te ruiken
♢ honden hebben een betere reuk dan mensen
1. in een kwade reuk staan
[slecht bekend staan]
2. het reukorgaan
[de neus]
Zelfstandig naamwoord: reuk
de reuk
het reukje
Synoniemen
geur, lucht, luchtje
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk