rein - bijvoeglijk naamwoord
1. zonder stof, viezigheid of vlekken
♢ het is erg rein in haar keuken
1. in het reine brengen
[misverstanden oplossen]
2. reine dieren
[waarvan je volgens de godsdienst het vlees mag eten]
Algemene uitdrukkingen:
1. je reinste onzin
[pure onzin]
2. een rein geweten
[geen schuldgevoel]
Bijvoeglijk naamwoord: rein
de/het reine ...
iets reins
Synoniemen
clean, fris, helder, proper, schoon
Tegenstellingen
groezelig, onfris
Gepubliceerd op 14-11-2017
rein
betekenis & definitie