reconstrueren - regelmatig werkwoord
uitspraak: re-con-stru-e-ren
1. het in de oorspronkelijke vorm herstellen
♢ ze hebben de oude kapel mooi gereconstrueerd
1. het reconstrueren van een gebeurtenis
[nagaan hoe het precies gegaan is]
Regelmatig werkwoord: re-con-stru-e-ren
ik reconstrueer
jij/u reconstrueert
hij/zij reconstrueert
wij/zij/jullie reconstrueren
ik/jij/u/hij/zij reconstrueerde
wij/zij/jullie reconstrueerden
hij heeft gereconstrueerd
de/het/een gereconstrueerde ....
reconstruerend, reconstruerende
Gepubliceerd op 14-11-2017
reconstrueren
betekenis & definitie