raad

betekenis & definitie

raad - zelfstandig naamwoord

1. wat je zegt dat hij het best kan doen
♢ misschien kan je leraar je raad geven
1. hij weet daar wel raad op
[weet wel wat je moet doen]
2. ik ben ten einde raad
[weet echt niet meer wat ik moet doen]
3. hem met raad en daad bijstaan
[hem zoveel mogelijk helpen]
4. goede raad is duur
[een goede oplossing vinden voor een groot probleem is moeilijk]
5. ergens geen raad mee weten
[niet weten wat je ermee moet doen]
2. groep mensen die advies geeft of bestuurt
♢ hij zit in de ondernemingsraad van dit bedrijf
1. gemeenteraad
[bestuur van de gemeente]
2. Hoge Raad
[belangrijkste rechtbank]

Algemene uitdrukkingen:
1. met voorbedachte rade
[van tevoren gepland]
Zelfstandig naamwoord: raad
de raad
de raden

Synoniemen
advies, raadgeving