Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

prutsen

betekenis & definitie

prutsen - regelmatig werkwoord
uitspraak: prut-sen

1. onhandig bezig zijn
je moet niet zelf gaan prutsen aan die computer

Regelmatig werkwoord: prut-sen
ik pruts
jij/u prutst
hij/zij prutst
wij/zij/jullie prutsen
ik/jij/u/hij/zij prutste
wij/zij/jullie prutsten
hij heeft geprutst
prutsend, prutsende

< >