primair

betekenis & definitie

primair - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: pri-mair

1. wat op de eerste plaats komt
♢ primair moeten we een nieuw juf aanstellen
1. van primair belang
[heel erg belangrijk]
2. primaire arbeidsvoorwaarden
[voorwaarden die op de eerste plaats komen, zoals loon en werktijden]
2. wat het eerst ontstaat
♢ mijn primaire reactie was: dit kan niet!
1. primair reageren
[heel direct]
3. niet te herleiden tot iets anders
♢ rood, geel en blauw zijn primaire kleuren
4. wat met de grondbeginselen te maken heeft
♢ in het primaire onderwijs leer je lezen en schrijven

Bijvoeglijk naamwoord: pri-mair
de/het primaire ...
iets primairs

Tegenstellingen
secundair