prijs - zelfstandig naamwoord
1. wat je voor iets moet betalen
♢ wat is de prijs van dit boek?
1. we moeten hem tot elke prijs tegenhouden
[wat het ook kost]
2. dat doe ik voor geen prijs
[beslist niet]
3. tot elke prijs
[beslist, in elk geval]
4. voor geen prijs
[beslist niet]
5. voor een zacht prijsje
[voor weinig geld]
2. beloning voor de winnaar
♢ Jan haalde de eerste prijs bij de wedstrijd
1. zij valt altijd in de prijzen
[wint altijd een prijs]
2. een prijs op iemands hoofd stellen
[een beloning uitloven voor wie hem uitlevert]
Algemene uitdrukkingen:
1. ik zou het op prijs stellen ....
[ik zou het prettig vinden]
2. daar stel ik geen prijs op
[ik wil het niet]
Zelfstandig naamwoord: prijs
de prijs
de prijzen
het prijsje
Synoniemen
tarief
Gepubliceerd op 14-11-2017
prijs
betekenis & definitie
Alsjeblieft!
Dit artikel kreeg je van Ensie cadeau. Wil je ook bijdragen aan toegankelijke kennis? Klik hier en word vriend van Ensie.