praatje - zelfstandig naamwoord
uitspraak: praat-je
1. kort gesprek over gewone dingen
♢ mijn collega kwam een praatje maken
1. hij heeft praatjes
[hij schept op over zichzelf]
2. dat is maar een praatje
[het is niet waar]
3. praatjes vullen geen gaatjes
[met alleen praten wordt het werk niet gedaan]
Zelfstandig naamwoord: praat-je
het praatje
de praatjes
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk