pijl - zelfstandig naamwoord
1. staaf met spitse punt
♢ hij schoot de pijl weg met zijn boog
1. als een pijl uit de boog wegrennen
[heel snel]
2. nog meer pijlen op je boog hebben
[nog meer plannetjes]
3. al zijn pijlen verschoten hebben
[geen argumenten meer hebben]
2. afbeelding van een staaf met spitse punt
♢ op de borden staat: volg de pijlen
Zelfstandig naamwoord: pijl
de pijl
de pijlen
het pijltje
Gepubliceerd op 14-11-2017
pijl
betekenis & definitie