Wat is de betekenis van Paradox?

2023-10-02
AI woordenboek

ChatGPT (2023)

paradox

Een paradox verwijst naar een schijnbare tegenstrijdigheid of een situatie waarin iets lijkt in te gaan tegen de gangbare logica. Paradoxen kunnen verwarrend zijn omdat ze ingaan tegen wat normaal gesproken als waarheid wordt beschouwd, maar bevatten vaak diepere waarheden of complexe aspecten van de realiteit. Een beroemd voorbeeld van een paradox...

2023-10-02
Ensie Encyclopedie

Redactie Ensie (2022)

Paradox

Een paradox is een schijnbare tegenstrijdigheid. Deze tegenstrijdigheid lijkt in eerste instantie in te gaan tegen het gevoel van iemands logica, verwachting of intuïtie en soms berust deze op een denkfout. Tevens is een paradox een belangrijk stijlfiguur in de taal waarbij de uitspraak in eerste instantie juist logisch lijkt, maar bij nader i...

Direct toegang tot alle 20 resultaten over Paradox?

Word nu vriend van Ensie
2023-10-02
Jules Grandgagnage

Schrijver op Ensie

Paradox

Een paradox (Grieks para (tegen) doxa (geloof, verwachting) : is een schijnbare tegenspraak. De oudst bekende paradox is de volgende: "Spreekt een Kretenzer die beweert dat alle Kretenzers leugenaars zijn de waarheid?" Wat je ook antwoordt, ja of nee, je botst op een tegenspraak.

2023-10-02
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

paradox

paradox - zelfstandig naamwoord uitspraak: pa-ra-dox 1. uitspraak die met zichzelf in tegenspraak lijkt te zijn ♢ 'niets hebben en toch alles bezitten' is een paradox Zelfstandig naamwoord: pa-ra-dox de paradox...

2023-10-02
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Paradox

[Lat. en Gr. paradoxos = tegen verwachting] schijnbare tegenstrijdigheid (in een gezegde).

2023-10-02
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Paradox

(paradoks) schijnbare tegenstrijdigheid; schijnbaar tegenstrijdig

2023-10-02
Een woordenboek van de filosofie

Begrippen, stromingen, denkers (2017)

Paradox

Etymologisch: in strijd met onze overtuiging. Met volbloedparadoxen, die de basis van de logica raken, hebben we te maken wanneer een voor de logica benodigde uitspraak zowel bewezen als weerlegd kan worden. Wanneer dergelijke paradoxen van zuiver logische of wiskundige termen afhangen spreken we van logische of verzamelingstheoretische paradoxen (...

2023-10-02
De vreemde woorden.
woordenboek

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Paradox

schijnbare tegenstrijdigheid; tegen het algemeen gevoelen indruisende mening; wonderspreuk.

2023-10-02
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Paradox

een schijnbare tegenstrijdigheid; een gezegde of een verschijnsel, dat anders is dan men bij voorbaat zou verwachten.

2023-10-02
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Paradox

s., wûnderspreuk, paradoks.

2023-10-02
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

paradox

paradox, wonderspreuk, schijnbare tegenstrijdigheid.

2023-10-02
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Paradòx

paradoxaal, tegenstrijdig.

2023-10-02
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Paradox

(<Pr.<Lat.), I. zn. v. (-en), uitspraak die niet overeenstemt met de gangbare mening; bij uitbr. stelling of uitspraak die schijnbaar ongerijmd is, doch bij nader onderzoek waar blijkt te zijn, b.v. niets hebbende, alles bezittende (Paulus); — (nat.) de hydrostatische paradox, de stelling dat de drukking van een vloeistofk...

2023-10-02
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Paradox

ogenschijnlijk ongerijmde stelling, die toch niet onjuist blijkt te zijn.

2023-10-02
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

paradox

v. wonderspreukig gezegde, dat een schijnbare tegenstrijdigheid bevat.

2023-10-02
Vreemde woorden in de wiskunde

Dr. E.J. Dijksterhuis (1939)

Paradox

(< Gr. adj. = er bij langs; = verwachting). Math. gebruikt zowel voor schijnbare (dus oplosbare) tegenstrijdigheid, b.v. de paradox van Poncelet (1788—1867), als voor een (bij handhaving van de ingevoerde begrippen) onoplosbare tegenstrijdigheid b.v. de paradox van Russell (geb. 1872). Het woord komt ook als adj. voor en is dan synoniem me...

2023-10-02
Humoristisch woordenboek

H. Moritsen (1939)

Paradox

Elke bewering, mits tegengesteld aan de verwachte.

2023-10-02
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

paradox

Fr. paradoxe, Gr.-Lat. paradoxum van Gr. para = tegen + doxe = mening 1. v. paradoxen (wonderspreuk; schijnbare tegenstrijdigheid; stelling, uitspraak, niet overeenstemmend met de gangbare mening, ogenschijnlijk ongerijmd): Multatuli’s paradoxen; 2. bn., bw. (wonderspreukig; als een paradox klinkende): paradoxe stellingen.

2023-10-02
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

paradox

v, schijnbare tegenstrijdigheid.

2023-10-02
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Paradox

oogenschijnlijk ongerijmde tegenstelling, die een waarheid bevat.