overtuigen - regelmatig werkwoord
uitspraak: o-ver-tui-gen
1. erachter komen dat het zo is
♢ ik overtuigde mij ervan dat de deur dicht was
2. met behulp van argumenten laten geloven dat het waar is
♢ tenslotte heb ik hem overtuigd
Regelmatig werkwoord: o-ver-tui-gen
ik overtuig
jij/u overtuigt
hij/zij overtuigt
wij/zij/jullie overtuigen
ik/jij/u/hij/zij overtuigde
wij/zij/jullie overtuigden
hij heeft overtuigd
de/het/een overtuigde ....
overtuigend, overtuigende
Gepubliceerd op 14-11-2017
overtuigen
betekenis & definitie