Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

overlopen

betekenis & definitie

overlopen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: o-ver-lo-pen

1. vol zijn dat de vloeistof eruit stroomt
♢ hij was vergeten de kraan dicht te doen, dus de emmer liep over
1. overlopen van enthousiasme
[heel enthousiast zijn]
2. je aansluiten bij een andere partij
♢ de soldaat liep over naar de vijand

Onregelmatig werkwoord: o-ver-lo-pen
ik loop over (... ik overloop)
jij/u loopt over (... jij overloopt)
hij/zij loopt over (... hij overloopt)
wij/zij/jullie lopen over (... wij overlopen)
ik/jij/u/hij/zij liep over (... ik overliep)
wij/zij/jullie liepen over (... wij overliepen)
hij zijn overgelopen
de/het/een overgelopen ....
overlopend, overlopende

< >