overdadig - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: o-ver-da-dig
1. met een te grote hoeveelheid
♢ er is met de Kerst weer overdadig gegeten
2. met te veel versiering
♢ het gebouw was overdadig ingericht
Bijvoeglijk naamwoord: o-ver-da-dig
... is overdadiger dan ...
het overdadigst
de/het overdadige ...
iets overdadigs
Synoniemen
overmatig
Tegenstellingen
eenvoudig
Gepubliceerd op 14-11-2017
overdadig
betekenis & definitie